Eindelijk, ik heb een gesprek met boer Janssen uit Klimmen.
Maandenlang probeerde ik die bijeenkomst te beleggen. Maar
ja, een echte boer leeft met de natuur; wisselvallig.
Nu zitten wij samen in het Höfke, het verenigingslokaal van
IVN Valkenburg.
Het gesprek komt moeizaam op gang.
“Meneer Janssen, ik heb U uitgenodigd om over twee dingen te
spreken, uw ervaring als boer op weilanden langs de Molentak en over mijn droom
als molenaar, graan te malen voor boeren in de omgeving zonder dat de IVN
telkens graan in hoeft te kopen.”
“Laten wij beginnen met het eerste.”
DE WEILANDEN LANGS DE MOLENTAK
“Het valt mij op dat er veel springbalsemien staat langs de
Molentak, doet U daar iets aan?”
“Ik doe er niets aan. Dat is de afdeling van Roer en
Overmaas.”
“Hoe is de samenwerking tussen U en instellingen zoals het
Waterschap Roer en Overmaas en de gemeente Valkenburg aan de Geul?”
“Ik signaleer vooral voor de gemeente en andersom toen
laatst een dood kalf in de Molentak dreef. Dan krijg ik dat van de gemeente te horen. Ik heb
geen last van het waterschap, wel van de gemeente. De gemeente bedient de
verdeelsluis niet goed en als het water te laag staat, kunnen kalveren verdrinken.”
“Meneer Janssen, ik ken dat. Al een paar keer wilde ik flink
malen maar omdat de verdeelsluis niet goed openstond, werd de Molentak te snel
leeg gemalen en moest ik halverwege de middag vanwege watergebrek staken met malen.”
“Het zou goed zijn samen naar de gemeente te gaan om dit aan
te kaarten.
Het gebeurt de laatste tijd wel vaker nu ik Brandrode
runderen heb, dat kalveren in de Molentak vallen. Als die runderen gaan kalveren,
gaan ze wat afzijdig van de kudde liggen. Ik heb geconstateerd dat zij zich dan
graag langs de Molentak terugtrekken met hun baarmoeder opening richting het
water. Het is al verschillende keren gebeurd dat zo, bij het kalveren, een kalf in het water gleed. De oevers van het weiland naar
de Molentak zijn soms verraderlijk stijl. De bewoners van Genhoes of
Natuurmonumenten waarschuwen mij dan. ‘Boer er ligt een kalf in het
water’.
Omdat dat geregeld gebeurde, heb ik besloten de koeien in de
stal af te laten kalveren en niet meer buiten.”
“Bent U een biologische of een ecologische boer?”
“Ik heb een biologische bedrijfsvoering. In de jaren ’80,
toen ik daarmee begon, heette dat ‘ecologisch verantwoord’. Dat was het
woordgebruik. Wat het verschil is tussen biologisch of ecologisch, weet ik
niet. In Limburg was ik de eerste gecertificeerde biologische boer.
In feite is het een andere manier van redeneren, je kijkt
niet vanuit de landbouwer maar vanuit het dier.”
“Het valt mij op dat de weilanden langs de bovenloop van de
Molentak sterk verschillen van de weilanden aan de onderloop. Wat zijn de
belangrijkste oorzaken daarvan?”
“Beiden worden beheerd in nauw overleg met Natuurmonumenten.
Het weiland bij het onderwater is met name hooiland.”
“In een van mijn blogs schreef ik over het maaibeheer van
het land langs het onderwater. Een beheer dat bijzondere stroken oplevert.”
“Het ecologisch maaibeheer met stroken is met name
vanwege het klaverblauwtje. Dat is een zeldzame vlinder die zo’n 10 jaar
geleden vanuit de Ardennen Nederland in trok. In feite is dat weiland naast de Molentak het eerste weiland in Nederland waarin die vlinder weer werd gesignaleerd.
Door het maaien in stroken krijgt die vlinder te mogelijkheid over te springen.
De bedoeling is dat ook de andere weilanden verruigen,
door geen mest uit te dragen.
Een ander aspect van het ecologisch beheer is de lage vee
bezetting; 1,5 volwassen koe per hectare. Normaal is dat 3 koeien.”
“En kalveren, hoe worden die geteld?”
“In feite rekenen wij met GVE Groot Vee Eenheid. Volwassen
is een koe na 24 maanden. Een kalf is 0,6 GVE.
Het biologisch beheer van de weilanden langs de onderloop
van de Molentak stamt reeds uit de jaren ’80, de weilanden langs de bovenloop
zijn pas in 2003 in biologisch beheer genomen. Dat merk je aan de
bloemenrijkdom langs de onderloop.”
“Heeft U in de loop der jaren nog andere bijzondere dingen
waargenomen?”
“In de loop der jaren is ook het aantal reeën toegenomen. Nu
worden ook zwijnen gesignaleerd.
Aan de bovenloop zitten sinds kort bevers met name bij
Genhoes in de bocht. Proberen zij een dam te bouwen.”
“Oeps,” dacht ik bij mij zelf,
“wat waarnemingen gemist.”
“Hoe bent U vanuit Klimmen op deze terreinen terecht gekomen?”
“Omdat ik de eerste geregistreerde biologische boer in
Limburg was, hebben Natuurmonumenten en het waterschap mij benaderd met de
vraag of ik geïnteresseerd was hier te boeren. Ik had nieuwe grond nodig.”
“Zijn er ook nadelen aan deze locatie?”
“Het nadeel wat mij betreft, is dat er wel wat meer mest
uitgereden mag worden, maar ja, daarvoor ben ik eenmaal boer.
Samen met Natuurmonumenten hebben wij besloten op de velden
brandrode runderen te laten grazen, als zeldzaam inheems koeienras.
Toch valt de opbrengst van de koeien tegen. Je krijgt er
minder geld voor als ik had gedacht.”
“Compenseert Natuurmonumenten dat?”
“Ik weet geen eens
of zij daar nog geld voor hebben.
Maar ik moet dit nog bespreken met die organisatie.
Toen ik hier pas begon heb ik ooit eens voor mijn
ecologische cursus een werkstuk gemaakt over ‘mijn’ weilanden. Net als jij heb
ik toen allerlei vragen gesteld en een inventarisatie gemaakt van de planten
die hier groeien. Als jij wil, mag jij graag lezen.”
“Wat graag meneer Janssen.”
GRAAN MALEN
“Nu komen wij aan het tweede deel van ons gesprek; het malen
van graan op de molen.
Momenteel maalt IVN-Valkenburg graan tot veevoer op de
molen. Dat geschiedt incidenteel. Het IVN koopt dan het graan in, maalt het en
geeft het voor niet aan een hobbyboer.
Graag willen wij structureler malen. Dat is alleen mogelijk
indien wij een goede afzet hebben en niet meer als IVN zelf graan hoeven in te
kopen.”
“Jij mag voor mij graan malen op de molen.”
“De molen blijft primair een educatieve functie behouden.”
“Ik wil het graan graag betalen als het niet met tonnen
gelijk gemalen wordt.
Hoeveel heb je nodig?”
“Op een dag kunnen wij, rekening houdende met
voorbereidingstijd en opruimtijd, 200 kg tarwe of gerst malen.
Redelijk is aan te nemen dat 1 x per 14 dagen malen mogelijk
is. Dan is te doen met de huidige personele bezetting van de molen. Daarbij blijft dan het graan ook
niet te lang tussen de stenen zitten.
In het seizoen zijn er dan 12 maaldagen
12 x 200 = 2.44 kg graan. Dat lijkt mij een mooi getal om
mee te beginnen.”
“Dat is mogelijk.”
“Wat zijn de eisen die U stelt aan het malen van graan op de
molen?”
“Vereiste in verband met het ketenbeheer is dat het IVN een
schriftelijke garantie geeft dat er geen gangbare tarwe en alleen biologische
tarwe op de molen gemalen wordt. Dat kan het beste geregeld worden middels en
contract.
Voor de rest zijn er geen vereisten omdat gewerkt wordt met
een gesloten circuit.
Ik koop het graan, lever het af op de molen en haal het eens
per 14 dagen, na het malen met de auto weer op.
Wat is de tegenprestatie die ik moet leveren? Hoe duur is
het malen van graan op de molen?”
“IVN Valkenburg mag van de gemeente Valkenburg aan de Geul,
die eigenaar is van de molen en de grond van de kasteeltuin, geen commerciële
activiteiten ontplooien.
|
| (foto Joep Crott) |
Mijn grote droom is ooit eens een nieuwe steenkuip te hebben
omdat de oude op den duur versleten is. Daarbij moet er een muisvrije
opslagkist voor het graan op de molen komen.
Hoe zeer wij de muizen bestrijden, sinds kort geholpen door
torenvalken, blijven die krengen op de molen komen.”
“Ik wil daar graag een financiële bijdrage aan leveren.”
“Bedankt.
Weet U wat meneer Janssen, het zou leuk zijn indien er een
bord aan de buitenkant van de molen komt waarop vermeld staat dat de molen
veevoer voor de brandrode koeien maalt. De bezoekers kunnen die koeien meteen
buiten zien waardoor de verbondenheid tussen de molen en de directe omgeving
groter wordt.
De historische band tussen de molen en de kastelen wordt
zo hersteld. Tenslotte maalde de Schaloensmolen ook vroeger graan voor de boeren
die landerijen van het kasteel pachtten.”
“Dat is een mooi streven!”
Gezamenlijk kwamen wij overeen dat de molenaar het plan
verder uitwerkt en het aan het bestuur van IVN Valkenburg voorlegt zodat wij gezamenlijk het oordeel van zowel het bestuur als de gemeente mogen afwachten.
(Wordt vervolgd)