Dreigende nesten langs de Molentak; bij het onderwater.
Roeken
...
...“zijn te herkennen aan de lichte snavelbasis. Jonge roeken hebben dit nog niet
en kunnen daardoor gemakkelijk verward worden met de zwarte kraai. Ze leven in
een open landschap, vooral op grasland. Het voedsel waar ze de voorkeur aan
geven zijn dieren die in, op of boven de grond leven, zoals regenwormen en
verschillende insecten. Hun tweede keus bestaat uit voedsel van akkerland. Hier
eten ze pas ingezaaide granen. Roeken leven in vaste groepen, dikwijls
aangevuld met kauwen. "
"De roek geeft voorkeur aan
agrarisch landschap en open ruimten en broedt vanaf maart in vaak grote
kolonies in takkennesten hoog in bomen. Hij is een meer schuwe vogel vergeleken
met andere kraaiachtigen. Ook in de winter leeft de roek in groepsverband. Ze
vormen veelal een levenslang paarverband."
"Kauwen zijn kleiner dan roeken. Opvallend is
de lichtgrijze achterkant van de kop en de witgekleurde iris van het oog. Ze
leven vaak samen met roeken en hebben dan ook dezelfde leefomgeving en dezelfde
voorkeur voor voedsel als de roek. Een verschil met de roek is dat kauwen
holenbroeders zijn."
De roekennesten zijn vooral te vinden langs het onderwater van de molentak. Het bovenwater stroomt langs de zogenaamde Dölkesberg. Die berg heet zo omdat in de grotten (groeves) en spelonken van die berg kauwen broeden. Een kauw heet in het Valkenbergs 'dölk'.
Dolkesberg D440 bij nummetje D ten noorden van de Molentak en kasteel Genhoes
|
Dölkesberg
De lucht in de Molentak.
Geen wonder dat in de bomen langs het bovenwater van de Molentak zowel kauwen als roeken te vinden zijn.
Bijzonder is de communicatie van deze kraaiachtigen.
"De intelligentie van kraaiachtigen is bij geen
vogel beter te observeren dan bij kauwtjes. Onderzoekers hebben ontdekt dat
kauwen een soort taal kennen, met bepaalde geluiden voor verschillende
situaties. Wie de tijd neemt om een groepje kauwen in de omgeving eens wat
langer te bekijken wordt dan ook getrakteerd op een tentoonstelling van sociale
structuren, pikorde-verhoudingen, sociale intriges en onderlinge blikken van
verstandhouding tussen 'verliefde' stelletjes."
Ze kunnen met mensen praten.
"Onderzoekers denken dat ook dat de kauwen mensen
kunnen begrijpen dankzij hun onderlinge communicatie. De ogen van de mens
lijken wel een beetje op die van de kraai. Een kauw heeft niet van die enge
zwarte, zielloze kraaloogjes, maar zijn ogen bestaan uit een zwarte pupil en
oogwit. Deze overeenkomst met de mens kan volgens Von Bayern en Emery verklaren
dat de vogels de mens snappen."
In verschillende verhalen speelt deze communicatie via de ogen, zelfs gedaanteverwisseling (zielsverhuizing) kraai/mens, een rol. Als molenaar hou ik van het verhaal 'Meester van de zwarte molen (Krabat)' van O. Preussler. Hoewel de molenaars leerlingen werden betoverd in krassende kraaien, lijken de vogels op de omslag van het boek, getekend door Adrie Hospes, volgens mij het meest op roeken.
Dit nest is roekeloos.
SHIT!
Bea