INVENTARISATIE
Gisteren, 26 oktober 2013, kregen de deelnemers aan de
opleiding ‘Natuurgids van het IVN’ een praktijkopdracht. Die vond plaats in de
Kasteeltuin van Oud Valkenburg.
Op een door de cursusleiding met rood lint afgezet stukje tuin moesten de cursisten
in een half uur bekijken wat de kenmerken zijn van die biotoop, welke planten zij vonden en
welke sporen van dieren.
Op vier stukjes tuin was rood lint aanwezig:
·
de stoppelhoek (een plek met boomstronken)· rondom de oude knotwilg
· bij de waterpoel
· in het hellingbos op de oever van de molentak (bij het onderwater na de molenkolk):
Op het bord van de flap-over stonden na afloop deze
bevindingen genoteerd:
“Bosrand
Biotoop: Schaduwrijke,
vochtige,Humusrijke boshelling
Bladeren bedekken de bodem (volgens ons zure
bodem). Onder de helling stroomt de Geul. *)
Planten: varen, gele dovenetel, klimop
Maagdenpalm, robbertskruid,
Bosandoorn, gras.
Struiken: Gelderse roos, vlier, kornoelje, hazelaar
Bomen: Es, Veldes (Spaanse aak)
Beestjes: muggen, mineur motjes
vliegjes, spinnen, slakken,
dikke hommel
Vogels: horen fluiten
Bever: vraatsporen
Bolletjes/knolgewas in de grond
Miniscule zwammetjes.”
*) Dit werd later door de cursusleiding verbeterd met ‘molentak’.
(Ik nam dus niet deel aan dit groepje.)
Een beetje bioloog ziet dat wij veel moeten leren.
De verschillende categorieën lopen lekker door elkaar.
Waarom zouden die bolletjes en knolgewassen geen planten zijn?
Maar toch, het begin van een inventarisatie is gemaakt.
Aan de overkant van de molentak waren daadwerkelijk verse beversporen
te vinden.