Van verre kon je het zien: de Drie Beeldjes waren opgeknapt.
In het kader van haar 275 jaar bestaan, kreeg de calvariegroep aan het einde van de Lindelaan, daar waar beukenbomen staan, een
schilderbeurt.
De groep heet ‘Drie Beeldjes’. Maar de
heilige Rochus doet mee.
De Drie Beeldjes met op de achtergrond een schitterende
mergelwand,
“Iets verderop liggen de Johannes de Doperkerk, Kasteel
Genhoes en de Schaloensmolen.”
(Dagblad De Limburger, 23 augustus 2014.)
Iets verderop, aan dezelfde Lindelaan met beuken, ligt de Schaloensmolen |
“Maximilianus Henricus baron van Hoen de Cartis was er van
overtuigd dat het de geest van Ruprecht was die er op een dag in 1739 voor
zorgde dat zijn paard plotseling verschrikt steigerde en niet meer verder
wilde. De stoet van jagers, paarden en honden die de baron volgden, wachtte
eenzelfde lot. Zodra ze bij de brug over de Geul aankwamen ‘zagen’ ze aan de
overkant Ruprecht die alle dieren zoveel angst inboezemde dat ze terugschrokken
en weigerden nog maar een stap te zetten.”
(Dagblad De Limburger, 23 augustus 2014.)
Gelukkig, de Drie Beeldjes werden geplaatst en daarna
is Ruprecht nooit meer waargenomen.
Ik ben dol op dit soort verhalen, tussen realiteit en magie
in.
De Drie beeldjes voor de restauratie |
Wat hebben de rotswand achter de beeldjes,
de calvariegroep
en vooral Rochus
met Ruprecht te maken?
Vroeger als je met het paard over de brug ging, kwam je
rechtstreeks op de bergwand af. Door de onbewuste spanning tussen de ruiter en
de bergwand, kwam de attentie, de aandacht, van de ruiter meer dan normaal, klem te zitten tussen ruiter en berg. Als ware dat de bergwand iets van de energie weerkaatste, net als een
‘spiegel’.
Dat gaf 'n onbalans waar sommige licht autistische mensen heel gevoelig voor
zijn; zo ook klaarblijkelijk Maximilianus en via de onbalans van Maximilianus,
zijn paard en zijn honden die hij aanstuurde.
De stromende Geul onder de brug, zorgde reeds voor een wankele
basis.
Iedere ruiter weet, bij paardrijden moet de ruiter een goede
innerlijke balans en concentratie hebben, wil het paard tot grote prestaties komen.
Ruprecht en de gestoorde energieën van de wilde jacht, zaten in Maximilianus zelf.
Aasgaardreien peter nicolai arbo |
Maximilianus had een bijzonder libido, seksuele energieën.
De wilde jacht van Ruprecht zit barstens vol seksuele toespelingen.
De Zwitserse psycholoog C.G. Jong, een tijdgenoot van Sigmund Freud, zou in het geval van de
Drie Beeldjes spreken over ‘libido transformatie’.
Iedere keer als ik door de lange Lindelaan naar de Drie
Beeldjes loop, speel ik bewust met deze energieën. Daar voor het
klankbord van de mergelwand voor de Drie Beeldjes te staan, komt de aandacht niet meer
te liggen op de aarde en de onderste regionen van de mens, maar op de bovenkant.
Vooral bij het paardrijden is dat best wel handig.
De rol van Rochus onder het Christusbeeld, veilig weggestopt
in een ‘gevangenis’ is bij de libido transformatie van bijzonder belang.
Rochus is een pest heilige. Hij verzorgde pestlijders die hij op weg naar Rome tegenkwam. Zelf kwam hij nooit in Rome aan omdat hij de pest
kreeg. Hij werd ernstig ziek en legde zich neer in een greppel om te sterven.
Wonder boven wonder, had hij een hond. Die bracht hem brood zodat Rochus genas.
Toen Rochus bij zijn ouderlijk huis weer aan kwam, herkende niemand hem, zo zat die arme drommel onder de littekens van de pestwonden. Tenminste, zo
gaat het in de middeleeuwen geliefde verhaal.
Maar het beeld van Rochus onder de Drie Beeldjes laat één grote wond zien. Eén grote wond midden op het been laat Rochus zien
terwijl hij lachend, zelfs een tikkeltje wulps, zijn pelgrimspij opstroopt en triomfantelijk zijn blote been naar voren schuift.
Waarom dat, zijn hele lichaam zat toch onder de pestwonden?
Met dat ene wondje had iedereen hem meteen herkend.
Of heeft die wond midden op het been een andere betekenis?
Iets dat meer te maken heeft met libido-transformatie?
In het kader van het 275 jaar bestaan van de drie beeldjes,
onthul ik dit grote geheim.
In het middeleeuwse boek ‘van de Vos Reynaerde’ staat de mooiste
castratiescene uit de Nederlandse literatuur:
“Die pape stond al bloter huut
ende hief up enen grote slach.
Alse Tibeert dat ghesach
Dat hi emmer sterven soude,
Doe dede hi een deel alse die boude,
Dat dien pape verghinc te scanden:
Bede met clauwen ende met tanden
Dedi hem pant, alsoot wel sceen,
Ende spranc dien pape tusschen die been,
In die burse sonder naet
Daermen den beiaert mede slaet.
Dat dinc viel neder up den vloer.
Die vrouwe was serich ende zwoer
…
Si sprac: ‘in sleets duvels name
Moete dit strec sijn gheset!
…
siet hier mijn scade ende mijn scande,
emmermeer voort in allen stonden:
al ghenase hi van der wonden,
hi blivet den soeten spele mat.”
Gelukkig werd deze tekst al heel vroeg hertaald zodat die
beter te lezen is. Zoals de hertaling van Jan Frans Willems uit 1834.
En wat blijkt?
In die tijd, en waarschijnlijk ook een eeuw daarvoor, werd de tekst
In die tijd, en waarschijnlijk ook een eeuw daarvoor, werd de tekst
“tusschen die been”
gekuist tot
“op des kosters been.”
Een plaatsverschuiving van de castratie wond dus, zie de door mij vet gemaakte
tekst.
“Hem een oog uit, wijl zijn vader
Met de spinrok hem nog nader
Aan het lijf ging, slag aan slag.
Toen de kater eindelijk zag,
Dat hij sterven moest met schand,
Dacht hij: ‘Met mijn klauw en tand
Wil ik zonder wraak niet sneven:
’t Zal hun heugen heel hun leven!’
Eensklaps (waar ’t van pas hem scheen)
Vloog hij op des kosters been,
Klauwde en beet zo sterk, zo straf,
Dat hij beet…wat beet hij af?
‘k Zal het best hier niet vermelden,
Schoon ’t noodzakelijk zij aan helden.
Wie daar meer van weten wil,
Leze in ’t oirschrift *) met zijn bril!
Vrouw Julocje viel aan ’t karmen
Met de koster in haar armen:
‘Hemel, wat gebeurt mij al!
Onherstelbaar rampgeval!
…
Tot mijn schande, tot mijn scha,
Tot mijn eewige ongena!
‘k Ben nu weduw met een man,
Die geen arts meer helen kan;
Al geneest hij van de pijn,
’t Zal een droeve koster zijn!’
*) de oorspronkelijke tekst
(Bron: ‘Reinaert De Vos’ naar de oudste berijming uit de
twaalfde eeuw en opnieuw in 1834 berijmd door Jan Frans Willems, ingeleid door
prof. Dr. Gs Hellinga, hoogleraar an de Universiteit van Amsterdam. Uitgeverij
Bert Bakker, Den Haag 1974.)
Rochus had dus geen gat op de been, maar ‘tusschen
die been’!
Dat laat hij trots zien. Voor de libido transformatie is Rochus
veilig weggestopt.
Op deze wijze kregen ruiter, en daarmee zijn paard, een hormonale balans.
Kijk maar, daar zit het kruis. |
Het kruis boven Rochus zit in de mens zelf zoals ik dat met groene stift tekende bij de hypofyse (onderste kruisarm) en beide delen van de thalamus (linker en rechter kruisarm). De bovenste kruisarm wijst naar de septum pellocidum; heel fysiek en lichamelijk dus. Daarom kregen kinderen, en soms volwassenen, in de katholieke geloofstraditie, een
kruis op het voorhoofd getekend voor het slapen gaan. De structuren van het kruis zitten daar onder en binnen. En daar nog veel dieper onder, tussen beide hemisferen in, zit Rochus.
De kluizenaar die Maximilianus het advies gaf de Drie (vier)
Beeldjes daar neer te zetten, was dus verre van achterlijk. Hij kende zijn eigen lichaam al te goed.
Dat Rochus er, ondanks de laatste restauratie van De Drie Beeldjes, er nog steeds belabberd bijstaat, is tekenend van onze huidige tijdsgeest.
Enkele wetenswaardigheden mbt Rochus:
Enkele wetenswaardigheden mbt Rochus:
In noord Frankrijk, waar Rochus veel wordt vereerd, heet het hondje gekscherend 'Roquet'
dat zowel 'keffertje' als 'nijdas' betekent. 'Nijdas', een nijdige gemeen kereltje.
Kijk, daar zat Ruprecht, het kleine kwelgeestje. Daar is niet zo veel meer van over.
"een noord Frans bidprentje |
"Lekker he hondje?"
Helderder kan ik de plaatsverschuiving van de castratie wond niet inzichtelijker maken.
Rochus beschermt dus ook tegen AIDS en (andere) geslachtsziekten.
Rochus beschermt dus ook tegen AIDS en (andere) geslachtsziekten.