dinsdag 15 juli 2014

Waterkers-verhuizing

Een paar weken geleden keek ik stom verbaasd in de visfuik bij de molen. Plotseling was daar waterkers. Het had zich in een spleet tussen de planken gevestigd; zomaar, vlak achter de muur waar vroeger de as van het schoepenrad gelagerd was.
In dat beschermde hoekje had het zijn wortels uitgeslagen en bloeide het met tere witte bloempjes.
Het was witte waterkers (Rorippa nasturtium-aquaticum).


Tijdens het schoonmaken en het wieden van de visfuik liet ik het plantje liefdevol staan.
“Jouw tere witte bloempjes lijken een bruidsjurk” dacht ik bij mij zelf.
“Waar is jouw bruidegom of bruid?”

Ik was niet de enige die dat frisse bolvormige plantje zag.
“Kan jij dat plantje eruit halen?
Dan zet ik het in de waterflora hoek van de Kasteeltuin.”

 

vroeg een tuin collega.
Ondanks goede zorgen was de bak met waterkers, waar die collega verantwoordelijk voor was, niet zo mooi begroeid. Jaloers keek zij naar het plantje in de visfuik.

Door de schaduw in de kasteeltuin, leek de bak met waterkers op waterkerssoep.
Waterkerssoep is lekker; mijn plantje krijg je niet. Weet je wat, ik ga langs de Molentak op waterkersjacht en zoek voor jou een ander plantje. Kan die mijne in de zon bij de visfuik zijn schoonheid laten zien.”


Gewapend met lieslaarzen, een plastic emmer en een schopje banjerde ik al weer door de Molentak. De mooiste planten zag ik in het water langs de oever, 


wolfspoot met wit en paarse bloemen en 


beekpunge met mooie blauwe vergeet-mij-niet-achtige bloemen.

Ik plukte waterkers en bestudeerde de stengels. 

 

Kleine witte worteltjes steken uit de stengel.
“Zo kom jij dus in de visfuik. Stukjes stengel die afbreken en elders aan spoelen om wortel te schieten. Vegetatieve vermeerdering lijkt mij effectiever dan  bevruchting en zaadvorming met jouw tere kleine witte bloempjes.”

Plots kwamen 9 en 10 juli waterhozen, met bakken viel de regen neer. Zoveel valt er eens in de 500 jaar vermeldde Dagblad de Limburger. De los- en de verdeelsluis van de molen trok de gemeente wagenwijd open om doorstroom te krijgen, kolkende watermassa’s. 

 

Weg was de waterkers. 

 

Toen het droger werd, was de visfuik op die plek leeg.

 

Mocht u ergens stroomafwaarts langs Geul of Maas een mooie volle bos waterkers vinden met kleine witte bloempjes, denk dan even aan de visfuik bij de Schaloensmolen waar dat bosje waterkers wellicht vandaan kwam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten